top of page

Ik moet je iets vertellen...

Ga even zitten. Ik moet je iets vertellen. Nee, je hoeft niet zenuwachtig te worden. Ik zie de vragende blik in je ogen. Je kijkt rond in mijn kamer, naar de foto’s, mijn blote mannenkalender, de kleurige fleece op mijn bed. Je kijkt ook naar mij, met ogen die me ontleden. Zie je de grijze strepen in mijn broos haar? De rimpels in mijn nek, de vlekken op mijn handen?

Ik weet het, ik ben ijdel, altijd geweest. Ik koester de herinneringen aan jeugd, vitaliteit, schoonheid. Geloof me, de lichamelijke tekens van ouder worden waren hard om te aanvaarden.

 

Tuttut, je hoeft me niet te vertellen dat ik er nog altijd stralend uit zie. Ik bespeur ook het medelijden in je ogen. Dat zegt genoeg. Stop maar met je poging beleefd te zijn, ik wéét hoe ik er nu uitzie. En ik heb er vrede mee.

 

Een gestolen blik op je uurwerk. Heb je niet veel tijd? Ik voel dat je liever ergens anders zou zijn. Ergens waar je niet geconfronteerd wordt met verval, aftakeling. Toch wil ik je vragen nog even te blijven.

Ik heb lang tijd gehad om na te denken, en nu het einde nadert…

 

Man, kijk niet zo geschrokken. Het moest er toch van komen, dat wist je. Nee, ik ga het niet lang meer trekken. En nee, ik word vast geen honderd jaar! En ik heb ook geen behoefte om die gemeenplaatsen uit jouw mond te horen. Wat wij samen hadden was speciaal, vernietig dat  beeld niet door nu burgerlijk te doen. Je kijkt geschokt? Ah, ja, we zijn nu ook al een poosje uit elkaar. Weet ik veel hoe je leven ondertussen verlopen is. Maar daarvoor heb ik je niet laten komen.

Ik zie dat je nadenkt. De stilte tussen ons is nooit stil geweest. Weer die vragende blik, maar ik merk dat je minder ongeduldig bent nu, dat je meer ontspannen in je stoel zit, je benen uitstrekt, je klaar maakt om lang te blijven en te luisteren. Goed.

 

Ik heb je aandacht, zal ik dan maar van wal steken?  Een straal zonlicht ontsnapt en glijdt over je gezicht. Ik merk opeens dat het verstrijken van de tijd jou ook niet onberoerd gelaten heeft. Je haarlijn vervaagt, er zijn enkele lijnen rond je ogen en mond die er vroeger niet waren. Kwets ik je door dit te zeggen? Je ontkent, lacht het weg. Ik merk dat  je weer ongeduldig wordt. Maar nu je warm en tastbaar voor mij zit, word ik meegesleurd door mijn herinneringen.

Dat is iets wat oude mensen wel meer overkomt, zeg je? Ha, je bijt terug, goed. We hebben elkaar altijd de waarheid gezegd, hoe pijnlijk ook. Ik vreesde even dat je dat vergeten was, zo herken ik je weer.  Je bloost even. Weet je nog?

 

Je kijkt verward, nee, ik heb je niet laten komen om over vroeger te praten. Vroeger, toen we beiden jong waren.  Jij jonger dan ik natuurlijk. Zevenentwintig jaar jonger. Ik, rijp en ervaren, jij groen en onverzadigbaar. Ik 42, jij 15. Weet je nog, de gestolen momenten, de passionele vluggertjes, in treinen, toiletten, parken? De kik van het gevaar, de schrik van ontdekking. Weet je nog ons experiment in de ondergrondse garage. Hoe ik, naakt onder mijn regenjas, seks had met wildvreemde mannen, terwijl jij pooier speelde en ernaast stond. Ik zie je glimlachen bij de herinnering. Dat waren wilde dagen, hé. Gebruik je het soms nog, als fantasietje om je seksleven te kruiden?

 

Mijn vraag treft je. Oké, je hebt kinderen gekregen, en seks is niet het belangrijkste. Je hoeft je niet te verdedigen. Je zit rechtop in je stoel nu, weer ongeduldig.

 

Zal ik koffie bestellen voor ons beiden? Wacht even, met een wolkje melk en één suikertje, niet? 

Geen suiker meer, ach, goed. Bel jij even naar de kantine, en vergeet niet het kamer nummer te zeggen, nummer 69. Je lacht even, ja, ze hebben me een toepasselijke kamer gegeven!

 

Weet je nog, die lange luie zondagen? Je buigt voorover, ik zie aan je lichaamstaal dat de herinnering je een beetje opwindt. Ja, sluit je ogen maar, en laat je glijden. Er speelt een lichte glimlach rond je lippen. Ah, de koffie is daar. Dank je, Lisette. Ja, dit is Paul, waar ik soms eens over praat. Ja,een knappe man hé. Oké, dank je, we bellen wel als we meer koffie wensen.

 

Ah, je bloost boos. Nee, ik vertel geen bedgeheimen aan de verpleegsters, je hoeft je niet te generen. Ja,ik heb wel over mijn relatie met jou gepraat. Waarom niet? Jij hebt me tien spannende jaren bezorgd. De pijn na je vertrek, de lege jaren nadien,  de manier waarop je wegging, dat wordt allemaal verzacht door de herinneringen aan onze passie.

 

Het spijt je? Onze relatie? Ah, ja, de manier waarop je me verliet. Tja, nu het oud zeer is kan ik vertellen dat je me diep gekwetst hebt. Ik wist dat er een moment zou komen waarop je verliefd zou worden op jeugd, op gladde schoonheid. Maar dat je zo, zonder enige uitleg, wegbleef. We hadden er ook een mooi einde kunnen aan breien. Ik had altijd gedacht dat, als het moment er aankwam, we in bed uitgebreid zouden rollebollen voor de laatste keer. Elk teder gebaar, elke intieme blik een afscheid.

 

Je kijkt verlegen, schuldbewust. Mm, dat staat je niet. Dat verandert ook niets.

Je had schrik om er einde aan te maken, schrik voor mijn reactie, zeg je? Dacht je dat ik ging smeken om bij mij te blijven, dat ik een scene zou maken?  Zag je mij in de rol van in de steek gelaten oudere, verbitterde vrouw?   

 

Goed, goed, laat ons geen oude koeien uit de sloot halen. Is je koffie koud geworden? Zal ik andere bestellen? Nee? Ik zie dat je weer op  je uurwerk kijkt. Ik zal to the point komen.

Mijn uitputtende strijd tegen kanker loopt ten einde. Ik neem afscheid van alles wat me lief was, en zodra ik klaar ben wordt de stekker uitgetrokken.

 

Kijk niet zo geschokt. Ik ben een oude vrouw, en heb een boeiend leven gehad. Ik wil waardig uit het leven stappen. Ik zie dat het je treft, je ogen blinken van onvergoten tranen.

Je zwijgt, streelt mijn geaderde hand. Kijkt me aan, alsook ik jou moet troosten. Je weet niet goed wat zeggen? Wel, zwijg dan gewoon, en laat ons hier even stilletjes samen wegzakken in onze gevoelens.

 

Wanneer het gaat gebeuren? Straks.

 

Of je nog iets voor mij kunt doen? Treur niet, dit is mijn laatste wil. Geniet van elke minuut van je leven, maak tijd voor leuke, spannende dingen, ban de sleur.

Ik ben moe nu, en wil rusten. Dank je om langs te komen, dat was dapper van jou.

 

Ga nu maar, ween niet. Aan alle mooie dingen komt een einde, ik ben niet bang. Ja, trek de gordijnen nog dicht en steek het schemerlampje aan. Zacht licht, dan zie ik er jonger uit. Ik blijf ijdel, tot het einde.

 

 

bottom of page